Mislukt is de Eurotop zeker niet, maar allesomvattende oplossingen van de Europese schuldenproblemen zijn er niet gekomen. Een aantal kwesties blijft spelen.
Een einde aan de maandenlange onzekerheid in de markt. Dat is wat op het spel stond tijdens de Eurotop van woensdagavond en -nacht.
Om vier uur was er een begin van een akkoord op belangrijke punten.
Vrijwillig afwaarderen
Economen roepen het al maanden en nu is ook politiek door gedrongen dat er verder afgewaardeerd moet worden op Griekse schulden.
Drie maanden geleden werd afgesproken dat er een afwaardering van 21 procent zou komen op Griekse obligaties. Inmiddels is duidelijk dat vijftig procent de ondergrens moet zijn.
Over die afwaardering moet onderhandeld worden met de banken, want een zekere mate van vrijwilligheid is noodzakelijk om geen ongecontroleerd faillissement van Griekenland te veroorzaken.
In dat geval zouden allerhande verzekeringen tegen faillissement moeten gaan uitkeren, wat tot onoverzichtelijke verliezen kan leiden. Inmiddels is duidelijk dat banken bereid zijn meer af te waarderen op Griekenland, 50 procent. De vraag is wat het wisselgeld zal zijn dat de banken vragen.
De financiële sector mag in de beeldvorming dan wel als een van de veroorzakers gezien worden van de opeenvolgende financiële crises, het is zonneklaar dat ze een belangrijk deel van de oplossing zullen zijn.
Mario draaischijf
De noodzaak om de Griekse puinhopen voorgoed te beteugelen ligt voor een deel in het risico op besmetting. De vrees dat het wantrouwen overslaat naar andere Europese landen is groot. En voor wat betreft de grote Europese landen is de bezorgdheid over Italië het meest acuut.
Het land heeft de derde economie van de eurozone, vooral Franse banken zitten tot over hun oren in de Italiaanse leningen. Italie kampt met enorme schulden en een ongeloofwaardige premier, Berlusconi. Hard bezuinigen en majeure hulp is geboden om het land weer in de gratie te krijgen op de financiële markten.
Opmerkelijk genoeg heeft het land een hoofdrolspeler op het Europese toneel met een informele dubbelfunctie. Mario Draghi is nu nog president van de Italiaanse Centrale Bank, maar volgende week baas van de Europese Centrale Bank.
Oja, in het verleden was Draghi ook nog verbonden aan de succesvolste bank ter wereld, Goldman Sachs.
Noodfonds groter, maar groot genoeg is niet te doen
Het Noodfonds EFSF en zijn permanente opvolger ESM, spelen een centrale rol in de ‘redding' van de euro. Het is inmiddels haast een cliché om te stellen dat Europa speculanten alleen weet weg terug te dringen door forse vuurkracht in stelling te brengen.
Probleem is dat niemand vooraf wil betalen voor extra vuurkracht. Zelfs extra garanties afgeven ligt politiek gevoelig. Er wordt gewerkt aan verschillende kunstgrepen om aan garanties een kracht van 1000 miljard euro te geven.
Een hele stoet marktkenners acht dat onvoldoende en dringt aan op een dubbele lading: 2 biljoen euro. Zij benadrukken dat het kanon niet in stelling hoeft te worden gebracht als het maar groot genoeg is om het wantrouwen te verjagen.
Toch lijkt die reusachtige omvang niet haalbaar. Geen beleidsbepaler zal zijn achterban een enorm fonds te presenteren met de garantie dat het niet gebruikt wordt. Want dat het onbestaanbare werkelijkheid kan worden heeft deze crisis al vaker bewezen.
Na het blussen volgt de ontnuchtering
Als de ernstige brand in Europa geblust wordt zal de nuance het weer winnen van de noodkreten. En dat kan nieuwe problemen veroorzaken.
Zo zal de , tot voor kort ondenkbare, afwaardering van Griekse schuld tot gefronste wenkbrauwen leiden in bijvoorbeeld Portugal en Ierland.
Ook deze eurolanden kennen grote problemen maar hebben geen verlichting van schulden gekregen. De tragiek van de middelmaat, blijkbaar.
De situatie was in die landen blijkbaar niet zo dramatisch dat onorthodoxe schuldverlichting nodig was. Maar het laatste woord is er nog niet over gesproken.
Om vier uur was er een begin van een akkoord op belangrijke punten.
Vrijwillig afwaarderen
Economen roepen het al maanden en nu is ook politiek door gedrongen dat er verder afgewaardeerd moet worden op Griekse schulden.
Drie maanden geleden werd afgesproken dat er een afwaardering van 21 procent zou komen op Griekse obligaties. Inmiddels is duidelijk dat vijftig procent de ondergrens moet zijn.
Over die afwaardering moet onderhandeld worden met de banken, want een zekere mate van vrijwilligheid is noodzakelijk om geen ongecontroleerd faillissement van Griekenland te veroorzaken.
In dat geval zouden allerhande verzekeringen tegen faillissement moeten gaan uitkeren, wat tot onoverzichtelijke verliezen kan leiden. Inmiddels is duidelijk dat banken bereid zijn meer af te waarderen op Griekenland, 50 procent. De vraag is wat het wisselgeld zal zijn dat de banken vragen.
De financiële sector mag in de beeldvorming dan wel als een van de veroorzakers gezien worden van de opeenvolgende financiële crises, het is zonneklaar dat ze een belangrijk deel van de oplossing zullen zijn.
Mario draaischijf
De noodzaak om de Griekse puinhopen voorgoed te beteugelen ligt voor een deel in het risico op besmetting. De vrees dat het wantrouwen overslaat naar andere Europese landen is groot. En voor wat betreft de grote Europese landen is de bezorgdheid over Italië het meest acuut.
Het land heeft de derde economie van de eurozone, vooral Franse banken zitten tot over hun oren in de Italiaanse leningen. Italie kampt met enorme schulden en een ongeloofwaardige premier, Berlusconi. Hard bezuinigen en majeure hulp is geboden om het land weer in de gratie te krijgen op de financiële markten.
Opmerkelijk genoeg heeft het land een hoofdrolspeler op het Europese toneel met een informele dubbelfunctie. Mario Draghi is nu nog president van de Italiaanse Centrale Bank, maar volgende week baas van de Europese Centrale Bank.
Oja, in het verleden was Draghi ook nog verbonden aan de succesvolste bank ter wereld, Goldman Sachs.
Noodfonds groter, maar groot genoeg is niet te doen
Het Noodfonds EFSF en zijn permanente opvolger ESM, spelen een centrale rol in de ‘redding' van de euro. Het is inmiddels haast een cliché om te stellen dat Europa speculanten alleen weet weg terug te dringen door forse vuurkracht in stelling te brengen.
Probleem is dat niemand vooraf wil betalen voor extra vuurkracht. Zelfs extra garanties afgeven ligt politiek gevoelig. Er wordt gewerkt aan verschillende kunstgrepen om aan garanties een kracht van 1000 miljard euro te geven.
Een hele stoet marktkenners acht dat onvoldoende en dringt aan op een dubbele lading: 2 biljoen euro. Zij benadrukken dat het kanon niet in stelling hoeft te worden gebracht als het maar groot genoeg is om het wantrouwen te verjagen.
Toch lijkt die reusachtige omvang niet haalbaar. Geen beleidsbepaler zal zijn achterban een enorm fonds te presenteren met de garantie dat het niet gebruikt wordt. Want dat het onbestaanbare werkelijkheid kan worden heeft deze crisis al vaker bewezen.
Na het blussen volgt de ontnuchtering
Als de ernstige brand in Europa geblust wordt zal de nuance het weer winnen van de noodkreten. En dat kan nieuwe problemen veroorzaken.
Zo zal de , tot voor kort ondenkbare, afwaardering van Griekse schuld tot gefronste wenkbrauwen leiden in bijvoorbeeld Portugal en Ierland.
Ook deze eurolanden kennen grote problemen maar hebben geen verlichting van schulden gekregen. De tragiek van de middelmaat, blijkbaar.
De situatie was in die landen blijkbaar niet zo dramatisch dat onorthodoxe schuldverlichting nodig was. Maar het laatste woord is er nog niet over gesproken.